Duurzaamheid in de gedigitaliseerde supply chain

Ann Vereecke

Door Ann Vereecke

Professor of Operations Management

Karlien Vanderheyden

Door Karlien Vanderheyden

Professor of Organisational Behaviour

28 augustus 2023

"Duurzaamheid is net als tieners en seks: iedereen zegt dat ze het doen, maar weinigen doen het ook echt. En zij die het doen, zijn er meestal niet zo goed in." Met dat catchy citaat, waarvan al jarenlang verschillende versies de ronde doen, ging onze workshop over duurzaamheid van start. Het was de eerste in een reeks workshops die het Vlerick Centre for People in the Smart Digitised Supply Chain in 2023 organiseert. Vlerick-professoren Xavier Baeten en Ann Vereecke leidden het evenement in goede banen. Ze werden daarbij vergezeld door vertegenwoordigers van H.Essers, ExxonMobil en Volvo, die kwamen toelichten welke inspanningen hun bedrijven hebben geleverd om de supply chain duurzamer te maken. En de resultaten mogen er zijn! Voor wie er niet bij kon zijn, zetten we de hoogtepunten in dit artikel op een rijtje.

insights-cargo-ship

Duurzaamheid is alomtegenwoordig in de media

Herbruikbare of biobased verpakkingsoplossingen, biobrandstoffen en 3D-printen op bestelling met gerecycleerde materialen om de CO2-uitstoot te verminderen, initiatieven voor waterbehoud, leveranciersvereisten op het gebied van kinderarbeid, dierenwelzijn, milieu-impact en/of arbeidersrechten, partnerschappen met milieu-ngo's of organisaties die vluchtelingen ondersteunen, werkgelegenheidsinitiatieven voor mensen die zijn uitgesloten van de reguliere arbeidsmarkt, adviesraden met stakeholders, duurzaamheidsraden en ga zo maar door. De presentatie van Xavier zat boordevol interessante voorbeelden van duurzaamheid. Voor wie nog niet helemaal overtuigd was: duurzaamheid is een hot topic, en organisaties van elke omvang proberen hun inspanningen en verwezenlijkingen zo veel mogelijk in de kijker te zetten – van bekende namen als Walmart, Unilever, Carlsberg en Ikea, tot minder bekende, lokale merken.

... en ligt onder een vergrootglas

ESG-kwesties (ecologische, sociale en bestuurlijke kwesties) worden steeds belangrijker voor de reputatie van organisaties en hun imago bij stakeholders. Praten over ESG is één ding, maar de daad effectief bij het woord voegen, is iets anders. Naarmate de druk van stakeholders toeneemt om te voldoen aan ESG-criteria, lopen organisaties echter ook meer risico op greenwashing, of om gepercipieerd te worden als greenwashers, waarschuwt Xavier. De consument houdt er immers niet van om misleid te worden of zich misleid te voelen. Dat mocht het Zuid-Koreaanse cosmeticamerk Innisfree aan den lijve ondervinden toen bekend raakte dat hun flesjes met daarop "Hello, I'm Paper Bottle" in werkelijkheid plastic flesjes waren met een papieren wikkel errond. Hetzelfde gebeurde bij Nike. Het bedrijf kwam in 2021 onder vuur te liggen, omdat het zijn personeel op het hoofdkantoor een week betaald verlof gaf om bij te komen van de stress van de COVID-19-pandemie en een aandeleninkoopprogramma ter waarde van 18 miljard dollar aankondigde, maar de Aziatische arbeiders – die door geannuleerde orders hun broodwinning kwijtraakten – aan hun lot overliet. De consument wil dat bedrijven de daad bij het woord voegen.

Bedrijven die er niet in slagen een goed evenwicht te vinden tussen hun ESG-doelen en financiële doelstellingen, worden echter ook bestraft. Zo moest de CEO van Danone aftreden, omdat investeerders vonden dat hij te veel nadruk had gelegd op ecologische en sociale duurzaamheid, ten koste van de financiële prestaties.

Achterblijver, koploper of middenmoter?

"Iedereen is het erover eens dat de huidige situatie niet houdbaar is: bedrijven zien sociale en milieugerelateerde acties nog te veel als iets dat losstaat van hun strategie en besluitvorming", aldus Xavier, die hier professor Tensie Whelan citeert, directeur van het NYU Stern Center for Sustainable Business. Duurzaamheid moet een integraal deel worden van elke zakelijke beslissing. Sommige organisaties staan daarin al verder dan andere.

Net zoals er meerdere niveaus van digitale maturiteit zijn, kunnen bedrijven zich ook in verschillende ontwikkelingsfases bevinden op het gebied van duurzaamheid. Xavier onderscheidt vier niveaus.

Aan de ene kant van het spectrum staan de Laggards (achterblijvers), die duurzaamheid louter zien als een kostenpost en zich bijgevolg terughoudend opstellen. Als reactie op de toenemende externe druk om in te zetten op ESG, kunnen ze hun toevlucht nemen tot greenwashing en/of incidentele filantropie om de negatieve gevolgen voor hun reputatie te beperken. Aan het andere uiteinde staan de Leaders (koplopers): organisaties waar duurzaamheid deel uitmaakt van de identiteit en geïntegreerd is in de volledige waardeketen. Tussen die twee uitersten in bevinden zich de Prospectors (geïnteresseerden) en de Proponents (voorstanders), die beide het toenemende belang van duurzaamheid erkennen. Maar terwijl Prospectors duurzaamheid nog steeds overwegend zien als een risico, beseffen Proponents al dat het de bedrijfsprestaties kan bevorderen.

In zijn maturiteitsbeoordeling neemt Xavier niet alleen de waarden en overtuigingen van een organisatie op het gebied van duurzaamheid in overweging, maar ook de duurzaamheidsstrategie van het bedrijf, de doelstellingen, de betrokkenheid van stakeholders en de duurzaamheidsvereisten in de supply chain.

De voetafdruk van supply chains moet kleiner

Tijdens de presentatie van Ann werd ingezoomd op duurzaamheid in de supply chain, het centrale thema bij het Centre. Duurzaamheid kan opgedeeld worden in een sociale, een milieugerelateerde en een financiële dimensie, waarbij de drie P's – people, planet en profit – even belangrijk zijn. Ann richtte zich tijdens haar presentatie echter vooral op het aspect 'planet', en daar had ze een goede reden voor. De supply chain is namelijk verantwoordelijk voor bijna de helft van alle door de mens veroorzaakte broeikasgasemissies en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de klimaatverandering, die een verwoestende impact heeft op gemeenschappen over de hele wereld. Hele bevolkingsgroepen worden getroffen door natuurrampen, zoals overstromingen en extreme droogte, die helaas steeds vaker voorkomen. Ze leiden tot enorm veel menselijk leed, maar ook tot verstoringen in de supply chain, die op hun beurt weer financiële schade kunnen veroorzaken. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat verschillende stakeholders, waaronder consumenten (met name de jongere generatie), klanten verderop in de supply chain, investeerders en regulatoren, de druk opvoeren om de ecologische voetafdruk van onze supply chains drastisch te verkleinen.

Eco-efficiëntie versus circulariteit

Volgens Ann zijn er twee manieren om de voetafdruk van de supply chain te verkleinen. Enerzijds kunnen bedrijven de eco-efficiëntie van hun bestaande supply chain verbeteren door elke stap en schakel in de keten te optimaliseren, en zo de hoeveelheid afval en het water- en energieverbruik te verminderen. Omdat de voetafdruk van elke stap in de keten kleiner wordt, vermindert uiteindelijk ook de totale milieu-impact van de volledige supply chain. Ann gelooft dat de eco-efficiëntie van een supply chain in belangrijke mate verbeterd kan worden door die schakels tussen diverse partners te optimaliseren. Hoewel het aanzienlijke verbeteringen kan opleveren, waarschuwt ze echter ook dat het een uitdagende klus kan zijn.

Een andere aanpak is om de supply chain volledig te herzien en van het lineaire model (take, make, dispose) over te schakelen op een circulair model (make, use, recycle) door de principes van de circulaire economie te hanteren. Dat houdt niet alleen in dat bedrijven minder materialen, water en energie gebruiken, maar die grondstoffen nadien ook hergebruiken, recycleren en op andere manieren inzetten. Het concept van recycleren – en dus minder produceren – kan gezien worden als een bedreiging voor de winstgevendheid van een bedrijf, maar kan ook een mogelijkheid zijn voor groei. Het stimuleert bedrijven immers om nieuwe, recycleerbare producten te ontwikkelen, nieuwe manieren van productie en transport te verkennen, en zowel de bijbehorende kosten als de milieu-impact van de supply chain te optimaliseren. Circulariteit laat bedrijven toe om te experimenteren met nieuwe businessmodellen die niet alleen hun manier van werken transformeren, maar ook groeikansen bieden in nieuwe markten.

Een eco-efficiëntere supply chain dankzij synchromodaliteit

Het draait niet om een duurzaamheidsstrategie, maar om een duurzame strategie. Zo luidt het motto van H.Essers, een toonaangevende Europese[A1]  aanbieder van transportdiensten en logistieke oplossingen, die streeft naar economische, sociale en ecologische duurzaamheid. Linde Van Vlasselaer, Global Industry Lead Pharma, vertelde hoe recente verstoringen in de supply chain door de Brexit, de COVID-19-pandemie, de blokkade van het Suezkanaal, een tekort aan chauffeurs en de energiecrisis bij H.Essers hebben geleid tot meer logistieke veerkracht en een eco-efficiëntere supply chain.

Omdat het bedrijf de ambitie koestert om CO2-neutraal te worden, heeft het zijn duurzame transportstrategie gebaseerd op vier pijlers: (1) verbeteren, d.w.z. nieuwe technologieën gebruiken om de eco-efficiëntie van de vloot en gebouwen te verbeteren, (2) vermijden, d.w.z. CO2-uitstoot vermijden door optimalisering van het laden en de routes, (3) verschuiven, d.w.z. bijdragen aan de modal shift door het gebruik van het spoor en de binnenvaart te optimaliseren, en (4) insetting, d.w.z. transport op basis van fossiele brandstoffen rechtstreeks compenseren met biobrandstoffen.

Het belangrijkste initiatief van H.Essers is synchromodaliteit: de optimale combinatie van weg-, spoor- en watertransport vinden om tot de meest economische, efficiënte en duurzame transportoplossingen te komen. Die combinatie wordt per geval bepaald, rekening houdend met de doorlooptijden, de prioriteiten van de klant en het budget. De mogelijkheid om in real time aanpassingen te doen verbetert de logistieke veerkracht, maar synchromodaal transport leidt ook tot een aanzienlijke verkleining van de CO2-voetafdruk. Berekeningen van H.Essers tonen aan dat een verschuiving van wegtransport naar transport via de weg en het spoor de kosten met 3% doet toenemen, maar resulteert in een CO2-reductie van 80%. Overschakelen van wegtransport op transport via de weg en het spoor met behulp van biobrandstoffen (insetting) verhoogt de kosten dan weer met 8%, en leidt tot een CO2-reductie van 90%.

Geavanceerde recyclage faciliteert circulaire oplossingen

ExxonMobil is een van 's werelds grootste geïntegreerde raffinaderijen, verkopers van petroleumproducten en fabrikanten van chemicaliën. Colja Bönnemann, Digital Transformation Lead EMEAF, kwam uitleggen welke inspanningen het bedrijf levert om circulairder te worden. In plaats van op zoek te gaan naar alternatieven voor plastic, focust ExxonMobil op het terugdringen van plastic afval. In samenwerking met andere partners in de waardeketen baseert het bedrijf zich daarvoor op vier strategieën: (1) meer doen met minder, (2) ontwerpen met het oog op recycleerbaarheid, (3) gerecycleerd materiaal gebruiken en (4) geavanceerde recyclage.

Mechanische recyclage is een beproefde methode voor de verwerking van bepaalde soorten plastic afval, maar geavanceerde recyclage gaat nog een stapje verder. Daarbij wordt plastic afval namelijk omgezet in grondstoffen voor de productie van nieuw plastic en andere waardevolle producten. Sinds kort werkt ExxonMobil samen met Ahold Delhaize USA en Sealed Air (SEE) aan een initiatief rond geavanceerde recyclage. Daarbij worden flexibele kunststoffen uit de food supply chain gerecycleerd en opnieuw verwerkt tot nieuwe voedselveilige, circulaire verpakkingen. Daarnaast ontwikkelt het bedrijf flexibele kunststoffen die ingezameld, gerecycleerd en hergebruikt kunnen worden voor nieuwe voedselverpakkingen. Een meer circulaire economie vereist dus niet alleen innovatie, maar ook samenwerking tussen alle partners in de supply chain. Dit initiatief is daar een uitstekend voorbeeld van.

Werknemers zijn de sleutel tot duurzaamheid

De derde en laatste spreker was Joris De Vulder, Director of Digital & IT bij Volvo Group. Zijn presentatie sloot naadloos aan bij de workshop over werknemersbetrokkenheid die we in december 2022 organiseerden.[1] In het duurzaamheidsbeleid van Volvo staan klimaat, grondstoffen en mensen centraal. De groep wil klimaatpositief worden, en dus meer CO2 uit de atmosfeer halen dan ze uitstoot. Daarnaast wil Volvo ook afval transformeren tot grondstoffen, om zo recyclage en circulariteit te bevorderen. Ten slotte gelooft het bedrijf dat zijn werknemers de sleutel zijn tot het verwezenlijken van duurzaamheidsdoelstellingen.

Aangezien 5000 werknemers informeren, motiveren en aanzetten om hun steentje bij te dragen een hele uitdaging is, focust de groep vooral op lokale duurzaamheidsinitiatieven. In de fabriek van Volvo Trucks in Gent zijn er bijvoorbeeld diverse werkgroepen opgericht waar geïnteresseerde werknemers zich bij kunnen aansluiten, en die al tot verschillende succesvolle initiatieven hebben geleid om de site te vergroenen. Enkele voorbeelden zijn aanpassingen aan de infrastructuur en het personeelsbeleid om werknemers aan te moedigen duurzame mobiliteit te gebruiken (elektrische voertuigen, fietsen), en het bos dat het bedrijf – met de hulp van werknemers en hun gezin – heeft aangeplant op de site en in de Gentbrugse Meersen. In 2007 was de site in Gent bovendien de eerste Volvo-vestiging die erin slaagde volledig koolstofneutraal te worden, dankzij investeringen in hernieuwbare energie. En omdat die investeringen al die tijd zijn voortgezet, ligt Volvo Trucks Gent nu op schema om eind 2023 de eerste klimaatpositieve site te worden. Bij Volvo Trucks maakt iedereen deel uit van de oplossing

[1] Artikel 'Werknemersbetrokkenheid in een digitale omgeving' beschikbaar hier

Neem contact op!

Ignace Decroix

Ignace Decroix

Doctoral Researcher