Doctoral Researcher, Accounting & Finance
Professor of Corporate Finance
Het keerpunt op de Belgische fusie- en overnamemarkt lijkt bereikt. Voor het eerst in zes jaar zet de aanhoudende stijging van de overnameprijzen zich niet verder door. Het aantal transacties bleef daarentegen wel verder groeien. Al vonden er in 2018 wel een stuk minder buitenlandse overnames plaats. Opvallend is verder dat het verwerven van technologie en aantrekken van talent aan belang winnen als motief bij een overname. Wat de transactiegrootte ten slotte betreft zitten kleinere overnamedeals in de lift.
Dat zijn de belangrijkste conclusies van de zesde editie van de M&A Monitor, een jaarlijkse bevraging bij meer dan 150 Belgische fusie- en overnamespecialisten, waaronder private equity investeerders, brokers, bankiers, advocaten en corporate finance adviseurs. Het onderzoek peilt enerzijds naar hun ervaringen op de M&A-markt en de deals waar ze bij betrokken waren in 2018, en anderzijds naar hun verwachtingen voor 2019. Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Mathieu Luypaert en onderzoeker Gianni Spolverato van het Centre for Mergers, Acquisitions & Buyouts aan Vlerick Business School in samenwerking met Bank J.Van Breda & Co, BDO, Gimv en NautaDutilh.
Volgens Mathieu Luypaert is de lichte daling van de overnameprijzen een goede zaak: “Overnameprijzen worden bepaald op basis van de groeiverwachting in combinatie met het risico. Daarbij spelen de sector en ook het verschil tussen een groot gevestigd bedrijf versus een kleine KMO een rol. Over 5 jaar tijd was de multiple over de hele lijn echter gestegen van 5 naar 6,7 in 2017. Het gevaar dreigde dat de winstgevendheid niet meer in verhouding staat met de overnamerisico’s. Het maximum was echt stilaan bereikt.”
Mathieu Luypaert: “Zowel bij de private equity spelers als bij de bedrijven is er geen gebrek aan beschikbaar kapitaal. Bovendien zorgen de historische lage rentevoeten er voor dat leningen over het algemeen makkelijk toegankelijk zijn. De voorzichtigheid in de voorspellingen voor 2019 heeft wellicht dus eerder te maken met de algemene economische en politieke onzekerheid die voortvloeit uit o.a. Brexit, de sociale onrust in Frankrijk en de onenigheid tussen China en de VS. Dat verklaart ook de daling in het aantal buitenlandse overnames. Gezien de onzekere situatie geven overnemers de voorkeur aan Belgische bedrijven.”
Uit de bevraging blijkt dat de respondenten wel nog verdere groeimarge zien in het segment van de kleinere ondernemingen met een waarde van minder dan 1 miljoen. De concurrentie in het segment van middelgrote transacties (tussen 5 en 50 miljoen) is groot, waardoor veel geïnteresseerde kopers uitwijken naar het kleinere dealsegment waar er wel nog voldoende aanbod is.
“Kopers moeten zich daarbij wel bewust zijn van de uitdagingen,” bemerkt Mathieu Luypaert. “Vaak gaat het over familiale KMO’s die op de markt komen wanneer een interne overdracht binnen de familie afspringt. Deze bedrijven zijn heel erg afhankelijk van het individu en zijn netwerk waarbij de ondernemer niet altijd makkelijk vervangbaar is.”
Voor strategische kopers (bedrijven) blijven schaalvergroting en bijkomende distributienetwerken nog steeds erg belangrijk. Opvallend is echter dat het verwerven van nieuwe technologieën en het aantrekken van talent sterk aan belang winnen.
“Het valt op dat overnames in 2018 veel meer gedreven werden door immateriële motieven,” licht professor Mathieu Luypaert toe. “Schaalvergroting op zich lijkt dus niet langer voldoende als argument om een hoge overnameprijs te rechtvaardigen. De aankoop van unieke zaken als technologie en kennis laten een overnemer echter toe om als organisatie wendbaar te blijven, snel te schakelen en op termijn een grotere waardecreatie te realiseren dan louter via schaalvergroting. Dat is zeker het geval voor de farmasector waar er veel interesse is voor jonge biotechbedrijven met veelbelovende producten.”
Aan de kant van de investeringsmaatschappijen blijven de belangrijkste motieven voor een overname gelijklopend met vorige jaren: buy-and-build strategie (via het kopen van één platformbedrijf om van daaruit verdere overnames te doen), organische groei en efficiëntieverbetering.