Professor of Reward & Sustainability
Researcher, Governance
Bijna de helft van de CEO’s van Belgische beursgenoteerde bedrijven zagen hun totale remuneratie verminderen in 2022. Bij een internationale vergelijking van de grootste beursgenoteerde bedrijven blijkt bovendien dat CEO’s in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk duidelijk meer worden betaald. In Nederland en Zweden ligt de remuneratie dan weer lager. Daarnaast is de complexiteit van de remuneratiesystemen toegenomen, en dat is geen goede zaak.
Dat zijn enkele bevindingen uit het jaarlijkse onderzoek naar de remuneratie van CEO’s van Belgische en Europese beursgenoteerde ondernemingen door het Executive Remuneration Research Centre aan Vlerick Business School. Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Xavier Baeten en senior researcher Marthe Van Hove en gebeurde op basis van de remuneratierapporten van 2022. De specifieke focus van de studie lag dit jaar, naast de hoogte en samenstelling van de remuneratiepakketten, op de onderliggende prestatie-indicatoren en de complexiteit van de remuneratiesystemen.
Het onderzoek geeft jaarlijks een overzicht van de belangrijkste remuneratiegegevens en hun evolutie. Zo bedroeg de mediaan van de totale remuneratie (inclusief vast salaris, bonus, en langetermijnremuneratie) voor de Belgische beursgenoteerde bedrijven in 2022 € 873.609, wat een daling is tegenover het jaar voordien (€919.559). Voor de Bel 20 bedrijven was dit € 2.701.216, voor de Bel Mid € 868.303 en voor de Bel Small € 579.692. België scoort bij een internationale vergelijking zeer gematigd. In de Stoxx 600 index, die de grootste bedrijven uit Europa en het Verenigd Koninkrijk opneemt, ligt de remuneratie van CEO’s (mediaan) voor Duitsland op € 4.787.522, en voor het Verenigd Koninkrijk op € 4.107.968.
Xavier Baeten, Professor Reward & Sustainability aan Vlerick Business School: “Die mediaancijfers geven slechts een deel van de realiteit weer omdat het enkel gaat om de middelste waarneming (het middelste bedrijf) als men de cijfers rangschikt van hoog naar laag. Daarom hebben we nog 2 extra analyses uitgevoerd. Ten eerste zijn we gaan kijken hoeveel CEO’s een stijging dan wel daling van hun remuneratie hebben gekend. In de Bel 20 heeft 42% een daling gekend, in de Bel Mid 34% en in de Bel Small 50%. Dat toont meteen ook aan dat de remuneratie niet voortdurend stijgt. We hebben dan ook een significant verband gevonden met de rendabliteit van het bedrijf. Ten tweede moet men ermee rekening houden dat er een grote spreiding is. In de Bel 20, bijvoorbeeld, bevindt het eerste kwartiel (de waarneming waarbij een kwart van de CEO’s minder verdient) zich op € 1.376.985, en het derde kwartiel op € 5.330.778. Dat betekent dat de totale remuneratie van de helft van de CEO’s in de Bel 20 zich bevindt in de range tussen grosso modo 1,4 miljoen en 5,3 miljoen euro.”
Dit jaar besteedde het onderzoek specifieke aandacht aan de prestatiemaatstaven die worden gebruikt voor de bepaling van de kortetermijnbonus in Belgische beursgenoteerde bedrijven. De lijst wordt aangevoerd door de financiële indicatoren, meer bepaald omzetcijfers (gebruikt door 52% van de bedrijven), kasstroom (39%) en diverse winstgevendheidsmaatstaven. Milieu-indicatoren zijn bezig aan een opgang, maar worden toch nog steeds minder gebruikt dan bijvoorbeeld het engagement van de werknemers (17%) of van de klanten (12%). Concreet heeft 6% van de bedrijven een prestatiemaatstaf opgenomen die betrekking heeft op uitstoot. Hetzelfde geldt voor het gebruik van energie en andere hulpbronnen.
Xavier Baeten: “Het is logisch dat de lijst wordt aangevoerd door de financiële indicatoren, maar toch moeten we vaststellen dat milieu-indicatoren achterop blijven hinken. Een ietwat pijnlijke vaststelling op het ogenblik van de COP 28, de klimaatconferentie van de Verenigde Naties. Een bijkomende bevinding is dat de Belgische bedrijven zich terughoudend opstellen op het vlak van transparantie rond de prestatie-indicatoren. Vele bedrijven houden het in hun remuneratierapport bij vage bewoordingen, dikwijls zonder de concrete maatstaven.”
Het onderzoek wilde dit jaar ook de complexiteit van de remuneratiesystemen in kaart brengen. De onderzoekers hebben zich hiervoor gebaseerd op bestaande wetenschappelijk gevalideerde metingen, maar hebben deze ook aan een grondige praktijktoets onderworpen. Om de complexiteit te bepalen, wordt o.a. rekening gehouden met het aantal instrumenten die in de remuneratie zijn opgenomen, of de bonus gespreid in de tijd wordt uitbetaald, en een aantal karakteristieken van de prestatie-indicatoren die worden gebruikt voor de variabele beloning.
Marthe Van Hove, Senior Researcher aan Vlerick Business School: “We stellen vast dat de complexiteit van de remuneratie van CEO’s doorheen de jaren sterk is toegenomen, met weliswaar een kleine terugval tijdens het coronajaar. We zien bovendien dat de complexiteit hoger ligt in bedrijven die hun CEO’s meer betalen dan wat gebruikelijk is, en waar een groter deel van de remuneratie wordt toegekend onder de vorm van variabele remuneratie. We zien ook een hogere complexiteit in bedrijven waar de leden van de raad van bestuur relatief minder lang in die raad zetelen en bij een groter aantal bestuurders. Maar de meest opmerkelijke vaststelling is dat er een negatief verband bestaat tussen de complexiteit en de prestaties van het bedrijf. Dat betekent dat complexere remuneratiesystemen op termijn een negatieve impact hebben op de prestaties van het bedrijf. Bedrijven hebben er dus alle belang bij om de remuneratiesystemen niet complex te maken.”