Professor of Entrepreneurship
Wanneer overheden ondernemerschap en scale-ups in het bijzonder willen stimuleren, kiezen ze typisch voor ofwel sterke regulering, ofwel sterke deregulering. Die uitersten zijn niet optimaal. Wat wel werkt is een juiste mix van regulerende maatregelen. Het belang van schuldfinanciering wordt daarbij vaak onderschat. Topscorer in Europa is het VK, maar ook Zweden, Finland, Denemarken en Portugal zijn rolmodellen. België hinkt achterop.
Dat blijkt uit nieuw academisch onderzoek van postdoctoraal onderzoeker Thomas Standaert (UGent), professor Veroniek Collewaert (Vlerick Business School, KU Leuven) en professor Tom Vanacker (UGent, University of Exeter). Ze brachten voor 33 Europese landen het percentage aan scale-ups in kaart. En ze onderzochten hoe een wisselende combinatie van vier wettelijke kaders (met betrekking tot arbeid, kredietverleners, aandeelhouders, en eigendomsrechten) het ondernemerschap in dat land stimuleert dan wel afremt. Het gaat daarbij uitsluitend over jonge scale-ups van maximaal 10 jaar oud.
België scoort niet geweldig hoog qua percentage snelgroeiende bedrijven die tewerkstelling creëren. Met 9,5% staan we op plaats 23 van de 33 Europese landen uit de studie. De kloof met hoger scorende landen blijft over de jaren nagenoeg constant, zo blijkt eveneens uit statistieken van Eurostat.
Voor een bedrijf dat wil groeien en dus middelen nodig heeft om die groei te ondersteunen, zijn er vier relevante wettelijke kaders die een directe impact hebben op de toegang tot financiering, mensen, en andere middelen.
Daarnaast zijn er nog twee aspecten die in belangrijke mate het klimaat waarbinnen ondernemers middelen moeten mobiliseren, beïnvloeden, nl. de mate van economische ontwikkeling in een land en de mate van openheid van de economie in een land (of dus de mate waarin een land veel of weinig exporteert).
Dr. Thomas Standaert: “Snelgroeiende bedrijven zijn cruciaal voor de economie van een land. Overheden die ondernemerschap en scale-ups willen stimuleren, opteren vaak om ofwel alles sterk te reguleren of alles te dereguleren. Ons onderzoek toont aan dat geen van deze uitersten optimaal is. We zien ook dat geen enkele maatregel op zichzelf volstaat of strikt noodzakelijk is om snelle groei te stimuleren. Wat wel werkt, is een juiste combinatie van regulerende maatregelen.”
Uit het onderzoekt blijkt dat landen met een hoog percentage scale-ups alvast één gemene deler hebben: ze voorzien in een sterk beschermend wettelijk kader dat het voor bedrijven makkelijker maakt om toegang te krijgen tot minstens één bron van externe financiering. Opvallend is daarbij wel dat schuldfinanciering even waardevol kan zijn als durfkapitaal.
Professor Tom Vanacker: “In de afgelopen jaren werden heel wat Europese initiatieven gelanceerd om de toegang tot financiering voor snelgroeiende bedrijven te verbeteren. De focus ligt vooral op durfkapitaal, wat goed is, maar we zien ook dat veel scale-ups een beroep doen op schuldfinanciering. Maatregelen gericht op de bescherming van kredietverleners zijn dus eveneens belangrijk. Het stereotype beeld rond durfkapitaal als de enige heilige graal moet echt wel bijgesteld worden.”
Professor Veroniek Collewaert: “Belgische beleidsmakers doen er goed aan om vooral de kloof met scale-up hotspots zoals het VK, Ierland en Scandinavische landen te monitoren. We hadden al een goede bescherming van minderheidsaandeelhouders en eigendomsrecht, en hebben in 2019 een goede inhaalbeweging gemaakt wat betreft bescherming van kredietverstrekkers. Alleen zien we vandaag dat deze landen toch nog steeds beter scoren dan België als het gaat om flexibiliteit in arbeidsmarktwetgeving. Als de kloof met deze topscorers groter zou worden, moet er misschien toch gekeken worden naar een verdere versoepeling van onze strikte arbeidsmarktwetgeving. Mogelijke opties zijn daar de minimumlonen en de opzegperiode. Maar voor de kwaliteit van onze arbeidsmarkt zou het ook al helpen om de tewerkstellingsgraad naar boven te krijgen. Hoewel we ook al best ok scoren op vlak van bescherming van minderheidsaandeelhouders tonen landen zoals het VK en Ierland dat er ook daar nog ruimte voor verbetering is.”
Professor of Entrepreneurship/Partner