“Kiezen voor kwantiteit of voor duurzame impact: het is een keuze die je als business school moet maken."

Leerlessen van de jaarlijkse Vlerick Research Day

De blik van een buitenstaander: soms komt die voor een bedrijf of organisatie goed van pas om verdere stappen in zijn ontwikkeling te zetten. Laat dat nu precies hetgene zijn waarvoor Wilfred Mijnhardt recent zorgde bij Vlerick.

desktop-hero-insights-wilfred-mijnhardt

Op 1 april 2022 stond Wilfred Mijnhardt geprogrammeerd als keynotespreker op de Vlerick Research Day. Mijnhardt is Policy Director van de Rotterdam School of Management en in die hoedanigheid wel vaker te gast bij business scholen overal ter wereld. Op de Vlerick research day gaf hij onder de titel Towards responsible impact: impact reporting meets sustainability - An external perspective on knowledge creation and impact at Vlerick zijn geheel eigen kijk op enkele voorname vraagstukken waarmee Vlerick Business School toekomstige strategische knopen kan doorhakken.

Narratief

Wat enkele van die vraagstukken dan wel waren?

  • Moet kenniscreatie bij Vlerick zich focussen op output in mainstream tijdschriften of zich eerder richten op een interdisciplinaire aanpak om nog meer internationale erkenning te vergaren op het vlak van co-creatie?
  • Hoe kan Vlerick het ondernemerschap in België helpen vormgeven of zelfs veranderen, en hoe moet het zich hiervoor positioneren binnen het Belgische wetenschapsecosysteem en het (plaatselijke) start-up ecosysteem?
  • Hoe wil de school zich in de toekomst positioneren en met welk narratief wil ze de buitenwereld tegemoet treden?

"Dit is natuurlijk maar mijn buitenstaandersblik", zo benadrukte Mijnhardt op het einde van zijn betoog. Maar hij wist die uiteraard wel te onderbouwen.

Veranderde internationale context

Om te beginnen is er de altijd evoluerende context waarbinnen businessscholen zich bevinden. Sinds enkele jaren is er een grotere focus op interdisciplinariteit die aansluit bij de maatschappelijke vraag om kennis te creëren die een positieve bijdrage heeft aan de uitdagingen van morgen. Kwaliteit in de vorm van publicaties in discipline-specifieke toptijdschriften is lang niet meer de enige graadmeter. Ook impact wordt belangrijk: wat is je transformatieve kracht, op het niveau van het bedrijfsleven, de maatschappij, de planeet? En uiteraard ook verantwoording: welke (ethische) normen en principes hanteer je, al dan niet bekrachtigd via externe organisaties (zoals AOM, EURAM, PRME of RRBM) of via wetenschappelijke trends (denk maar aan Open Science)? Omgaan met deze drie dimensies wordt volgens Mijnhardt alvast dé uitdaging van het komende decennium.

Publicatiedrang

Een belangrijke vaststelling volgens Mijnhardt is dat het criterium kwaliteit in een onderzoekscontext al heel lang wordt gelinkt aan publicaties, en dan vooral aan… de kwantiteit daarvan. Zo is het aantal jaarlijks gepubliceerde wetenschappelijke artikels de voorbije jaren geëscaleerd: meer dan 12.600 stuks verschenen er in 2020 in viersterrentijdschriften alleen, en daarvan zijn er - althans volgens de rangschikking van de Chartered Association of Business Schools UK Academic - maar 138. Kun je nagaan hoe groot de totale publicatiestroom wel niet moet zijn naast de specifieke tijdschriften op die lijst … Hoe je het draait of keert: er is een global article factory ontstaan, aldus Mijnhardt.

En Vlerick? Ook Vlerick ontsnapt niet aan de druk om te publiceren in toptijdschriften gezien het belang in allerlei accreditaties en rankings, maar neemt daarnaast ook een bredere visie aan die aanzet om zo een breed mogelijke doelgroep te bereiken en samen te werken om relevant onderzoek te doen. Op het vlak van internationale samenwerking voor gepubliceerde artikels (ook een belangrijke kwaliteitsgraadmeter naast kwantiteit an sich) staat Vlerick zowaar zelfs op nummer 1 in ons land, en moet het in Europa alleen INSEAD laten voorgaan. Als je de output bekijkt in de top 10-procent van meest geciteerde artikels (wat ook kan tellen als kwaliteitsmaatstaf), staat de school op 3 in België en op 26 in Europa. En dat is best bijzonder, benadrukt Mijnhardt. "Small but beautiful : zo zou je Vlerick gerust kunnen omschrijven", voegt hij eraan toe.

Alternatieven

Niettemin blijft waakzaamheid geboden. Alternatieve manieren om aan kenniscreatie te doen, zijn op zijn minst het overwegen waard. Het huidige zogeheten relevantiemodel heeft dan wel het voordeel dat de 'echte wereld' betrokken wordt bij het onderzoek, het legt toch nog altijd de nadruk op wetenschappelijke publicatie eerder dan op de vertaling van onderzoek naar en met de praktijk. Misschien is het katalysatormodel een optie? Daarin verschuiven businessscholen de nadruk van zogeheten lineaire valorisatie (waarbij scholen en academici zelf de voornaamste begunstigden zijn van onderzoek) naar duale valorisatie. Die erkent dat business- en managementonderzoek een sociale wetenschap zijn waarin scholen onderzoek moeten opzetten in samenwerking met sleutelstakeholders in de maatschappij. Een nauwe(re) samenwerking tussen PhD- en DBA-onderzoekers zou hier alvast een mooie plaats vinden.

Impact

En hoe zit het met het criterium 'impact'? Daarvoor kijkt Mijnhardt vooral richting strategische, missiegedreven impact. En die krijg je vooral als je van transactionele (wat doen we?) evolueert naar transformatieve impact (hoe doen we het?), en je van het anekdotische (een veelheid aan individuele onderzoeken en casussen) gaat richting een systematische aanpak.

Die transformatieve impact op systeemveranderingen in de wereld, zeker in het steeds meer aan belang winnende kader van Sustainable Development Goals (SDGs), wordt volgens Mijnhardt trouwens stilaan de purpose zelf van businessscholen. Eerder dan aan de slag te gaan met de verschillende SDGs apart, kan een transformatieve aanpak op zes fronten (onderwijs, gender en ongelijkheid; gezondheid, welzijn en demografie; koolstofvermindering en duurzame industrie; duurzaam voedsel, land, water en oceanen; duurzame steden en gemeenschappen; digitale revolutie voor duurzame ontwikkeling) onderling versterkend werken.

Opnieuw: quid Vlerick? Volgens Mijnhardt kan de school vanuit dit raamwerk een unieke plaats verwerven in het landschap van de businessscholen en kan ze een geheel eigen narratief ontwikkelen. Hoe? Door aan zeer gerichte kenniscreatie te gaan doen, door op die manier een eigen 'voetafdruk' na te laten én door de impact op deze SDGs bij andere instellingen in kaart te brengen en als benchmark te gaan gebruiken. Ook binnen déze context liggen trouwens kansen voor de complementariteit van de PhD-opleiding en de DBA-opleiding van Vlerick.

Slotsom: deze Research Day zorgde voor een pak inspiratie. De outsiderblik van Wilfred Mijnhardt leverde voor de aanwezige DBA- en PhD-studenten én professoren, waaronder onderzoeksdecaan Filip Roodhooft en decaan Marion Debruyne, duidelijk stof tot nadenken.

Ontdek meer over onderzoek aan Vlerick Business School.

Neem contact op!

Eva Cools

Eva Cools

Research manager