Professor of Entrepreneurship
Wat verstaan we nu precies onder scale-ups? Als we mogen afgaan op de media, zien we keer op keer dezelfde namen opduiken: jonge, bekende technologiebedrijven die volop in de schijnwerpers worden geplaatst, meestal in het kader van grote financieringsrondes. Ook overheden zetten die ondernemingen maar wat graag op een voetstuk, en prijzen ze om hun zakelijke uitmuntendheid. Heb je echter al gehoord van Arjessa, een Fins bedrijf dat gezinnen en kinderen ondersteunt en begeleidt? Of van Xenos, een Griekse keten van luxueuze boetiekhotels, opgericht in 1982? En ken je Hoorcentrum Aerts, een Belgische keten gespecialiseerd in hoorapparaten? Ook dat zijn scale-ups.
Voordat we het kunnen hebben over scale-ups, moeten we enkele misverstanden de wereld uit helpen. Scale-ups worden dikwijls over één kam geschoren met snelgroeiende ondernemingen. Dat zijn volgens de OESO bedrijven die:
En zo stelt zich een probleem: onze definitie van scale-ups blijkt te beperkt. De voorbije jaren hebben we namelijk ingezien dat opschalen over meer gaat dan een snelle groei. Scale-ups bestaan in tal van vormen en maten – zowel wat hun sector betreft als hun activiteiten, innovatiedrang en leeftijd. De media en andere instellingen hebben de neiging om het ruimere plaatje uit het oog te verliezen, en dat leidt tot een eenzijdige publieke opinie.
In deze whitepaper tonen we aan dat opschalen veel meer omvat dan velen misschien veronderstellen, en ontrafelen we negen hardnekkige mythes: