Hoe ziet het ziekenhuis van de toekomst eruit?

Ester Van Haute

Door Ester Van Haute

Senior Researcher, Healthcare

Brecht Cardoen

Door Brecht Cardoen

Professor of Operations Management

27 maart 2019

Onze gezondheidszorg evolueert voortdurend om te beantwoorden aan de veranderende zorgvraag. Hoe ziet het ziekenhuis van de toekomst eruit? Wat is de toekomstige rol van het ziekenhuis in het zorgsysteem? En hoe kunnen alle betrokken partijen zich voorbereiden? In opdracht van de Vlaamse Overheid bogen onderzoekers van het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid (LIGB) van de KU Leuven en de Vlerick Business School zich over deze vragen. De resultaten van hun studie werden gebundeld in een groenboek dat ondersteuning biedt voor de verdere beleidskeuzes.

iStock-962094932.jpg

Belangrijkse inzichten

  • Het groenboek van Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid (LIGB) van de KU Leuven en de Vlerick Business School biedt ondersteuning voor beleidskeuzes voor de rol en organisatie van het ziekenhuis van de toekomst.
  • Het ziekenhuis van de toekomst moet een antwoord bieden op de meest prangende uitdagingen: intelligente integratie van technologie, de veranderende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing, gepersonaliseerde zorg en schaarse financiële middelen.
  • Het ziekenhuis wordt een onderdeel van een ziekenhuisnetwerk en neemt, in samenwerking met andere zorgverstrekkers, nog slechts een deel van het zorgpakket voor zijn rekening.
  • Die veranderende rol heeft een impact op de infrastructuur die zal verschillen afhankelijk van de aangeboden zorgcomponenten.
  • Bundeling van expertise in focused factories, technologische platformen en samenwerking voor logistiek en andere diensten is de toekomst.
  • Opdat het ziekenhuis zijn toekomstige rol kan opnemen moet er werk worden gemaakt van een vlotte informatie-uitwisseling tussen alle betrokken partijen en moeten er juridische en financiële obstakels worden weggewerkt. Aandacht voor het welzijn van het zorgpersoneel is essentieel.  

Literatuurstudie en enquête

Aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie brachten de onderzoekers de uitdagingen voor de zorg in kaart en de nationale en internationale tendensen in de manier waarop geprobeerd wordt die uitdagingen te beantwoorden. In een grootschalige enquête onder de Vlaamse bevolking werden die tendensen getoetst aan de mening van alle betrokkenen. Op welke aspecten moet het beleid extra inzetten en welke zijn minder belangrijk? Voor de literatuurstudie en de analyse van de bevraging verwijzen we naar het groenboek . Wel schetsen we hier de belangrijkste uitdagingen en aanbevelingen.

Technologie: zegen of zorg?

Digitale en technologische ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op en vinden hun toepassing in het hele zorgtraject, van onderzoek en diagnose tot behandeling en nazorg. Het gaat niet meer alleen om tablets en datamining. Robots, artificiële intelligentie en virtual en augmented reality zijn niet langer sciencefiction. Maar opportuniteiten en risico’s zijn twee kanten van dezelfde medaille. Nieuwe technologieën zijn vaak duur. Hoe vermijden we dat er een gezondheidszorg met twee snelheden ontstaat? En hoe garanderen we dataprivacy? Technologie is alomtegenwoordig en wie ‘mee’ is verwacht ook dat de gezondheidszorg er maximaal gebruik van maakt. We moeten echter vermijden dat technologie de toegang tot de gezondheidszorg bemoeilijkt voor wie nog onvoldoende technisch onderlegd is. Nieuwe technologieën hebben bovendien een grote impact op de jobinhoud van de zorgprofessional. Een goede omkadering is dan ook onontbeerlijk.

Vergrijzing verandert de zorgvraag

Als gevolg van de vergrijzing neemt het aantal chronisch zieken en personen met multipathologie (co- en multimorbiditeit) en/of geestelijke gezondheidsproblemen toe. Dankzij de medische vooruitgang leiden degeneratieve aandoeningen niet meer tot een sneller overlijden, maar ze tasten wel de kwaliteit van leven aan. Hoe kan de gezondheidszorg met een geïntegreerd aanbod van preventie, educatie, zorg en welzijn inspelen op de vergrijzing en de daarmee gepaard gaan veranderende zorgvraag?

Hoe plaats je de patiënt centraal?

Patiënten willen een steeds actievere rol opnemen – ze vragen inspraak in hun behandeling en verwachten gepersonaliseerde zorg. Een goede informatie-uitwisseling tussen ziekenhuizen en tussen ziekenhuizen en andere zorgverstrekkers is essentieel. Maar opdat patiënten die dat willen een volwaardige partner in het zorgtraject kunnen worden, is er meer nodig dan een doordachte ontwikkeling van de elektronische patiëntendossiers. Een en ander vergt een belangrijke culturele en organisatorische omslag. Omgaan met mondige en geïnformeerde patiënten én een laagdrempelige zorgende omgeving bieden aan de meer kwetsbare patiënten? Dat vraagt heel wat flexibiliteit van de zorgprofessional.

Financiële draagkracht onder druk

Ten slotte komt door de vergrijzing en de toenemende vraag naar chronische zorg de financiële draagkracht van het zorgsysteem onder druk te staan. Kleine ziekenhuizen zijn niet langer financieel haalbaar – samenwerking in netwerken dringt zich op. De ligduur wordt steeds korter en er is een tendens naar meer ambulante zorg.

Kleinere rol in zorgcontinuüm

Zowel uit de literatuurstudie als uit de enquête blijkt dat de rol van het ziekenhuis in het zorglandschap kleiner en specifieker wordt. De verdere professionalisering van de zorg en de technologische vooruitgang maken het mogelijk dat verschillende actoren verschillende delen van het zorgpakket voor hun rekening nemen. Het resultaat: specialisatie en efficiëntie- en kwaliteitswinst in alle schakels van de zorgketen. Het ziekenhuis zal niet langer de geïntegreerde zorgaanbieder van weleer zijn, maar als hoogtechnologische gespecialiseerde of  als standaard technologische (al dan niet gespecialiseerde) kennishub ten dienste staan van het zorgtraject, in samenwerking met andere zorgverstrekkers en de patiënt.

Informatie-uitwisseling moet gestimuleerd worden

Het ziekenhuis zal zijn rol in het zorgcontinuüm maar kunnen opnemen voor zover de verschillende actoren virtueel verbonden zijn en het zorgtraject van de patiënt transparant is. Nu bestaan er in België verschillende informatieplatformen voor de uitwisseling van medische gegevens, maar het schort aan het gebruik ervan. Zo wordt Sumehr niet systematisch geïntegreerd, Vitalink onvolledig ingevuld en het elektronisch patiëntendossier nu pas op grote schaal geïntroduceerd en uitgerold in alle ziekenhuisafdelingen. De overheid moet de interconnectiviteit en het gebruik van deze platformen stimuleren, in het belang van de patiënt. Op die manier kan ook tegemoet gekomen worden aan een grote bekommernis van de respondenten van de enquête: vrij je arts kunnen kiezen veronderstelt dat die arts op de hoogte is van je dossier.

Van triple naar quadruple aim

Veranderingen in de gezondheidszorg betekenen ook veranderingen voor het personeel. De reorganisatie van ziekenhuizen in netwerken zal ertoe leiden dat zorgmedewerkers bij verschillende actoren kunnen worden ingeschakeld. Hoe die uitwisseling tussen actoren concreet zal worden opgezet is nog onduidelijk, en die onzekerheid komt alvast het welzijn van de zorgmedewerkers niet ten goede. Nochtans scoorde aandacht voor het welbevinden van het personeel ook bij de respondenten van de enquête hoog. Willen we vermijden dat de zorgverleners eronderdoor gaan, dan moet het beleid inzetten op  vier in plaats van drie dimensies: bevolkingsgezondheid, patiëntenervaring, zorgkosten én welzijn van het zorgpersoneel. Het witboek ‘Flexibel werken in ziekenhuizen’ legt uit hoe dat kan.

Veranderende zorginfrastructuur

De veranderende rol van het ziekenhuis zal een impact hebben op de benodigde infrastructuur. Een indeling volgens zorgcomponenten lijkt in het licht van de toekomstige evolutie logischer. Niet alle zorgactiviteiten hoeven zich trouwens af te spelen binnen de muren van het ziekenhuis.

  • Beddenhuis
    Het beddenhuis omvat de klassieke ziekenhuiskamers met een of meer bedden en met technische voorzieningen zoals sanitair en een perslucht- en/of zuurstofinstallatie. De oppervlakte en configuratie van de kamers zou moeten worden aangepast naargelang de verblijfsduur en het type patiënt. Op een revalidatieafdeling heb je meer plaats nodig om met een rolstoel uit de voeten te kunnen, terwijl kamers voor een enkele overnachting gerust kleiner kunnen zijn. 
  • Transitiehuis
    In een transitiehuis worden patiënten opgevangen die na hun hospitalisatie nog niet sterk genoeg zijn om terug te keren naar huis of naar een woonzorgcentrum. Zulke entiteiten maken bedden vrij in het beddenhuis en kunnen ook de mantelzorger ontlasten. In Vlaanderen zijn er al verschillende zorghotels actief – ze profileren zich als hotels die ook zorg aanbieden. Daarin verschillen ze van transitiehuizen in het buitenland die de overgang naar huis of naar het woonzorgcentrum faciliteren door patiënteneducatie en door de sociale dienst en de omgeving van de patiënt actief te betrekken. De rol van dergelijke entiteiten moet nog nader onderzocht worden.
  • Centra voor chronische zorg
    Hieronder vallen revalidatieziekenhuizen, woonzorgcentra en psychiatrische instellingen. Hoewel de architectonische typologie van deze drie faciliteiten gelijkaardig kan zijn, zullen  revalidatieziekenhuizen over uitgebreidere revalidatievoorzieningen moeten beschikken dan de andere twee, waar de focus ligt op zorg en wonen.
  • Centra voor ambulante zorg
    Dagziekenhuizen voor chirurgie en interne geneeskunde, poliklinieken en wijkcentra verlenen ambulante zorg. Of ze deel uitmaken van een ziekenhuis is afhankelijk van de vereiste technische en medische ondersteuning. Hoewel de zorg verschuift van hospitaalzorg naar ambulante zorg, zal de medisch gespecialiseerde ambulante zorg ook in de toekomst het best binnen de muren van het ziekenhuis georganiseerd worden.

Technologische platformen

Operatiezalen, medische beeldvorming, laboratoria, radiotherapie, intensieve zorgen en spoedgevallen zijn afhankelijk van complexe en vaak dure technologie. Momenteel zijn deze diensten geïntegreerd in de architectuur van het ziekenhuis. In de toekomst zul je echter niet meer voor elke behandeling in elk ziekenhuis terechtkunnen. Het zou dan ook nuttig en goedkoper zijn om een onderscheid te maken tussen twee types technologische platformen: (1) een standaardplatform dat in elk ziekenhuis aanwezig moet zijn, bestaande uit operatiezalen en standaardbeeldvormingstechnologie, zoals CT- en NMR-scans en (2) een geavanceerd platform dat daarbovenop ook nog PET-scans, radiotherapieapparatuur en intensieve zorg aanbiedt. Die geavanceerde technologische platformen worden dan gedeeld door verschillende ziekenhuizen in een netwerk.

Wat met logistiek en andere diensten?

Momenteel organiseren de meeste ziekenhuizen hun logistiek en facilitaire diensten zelf, sommige besteden ze deels uit. Samenwerken voor zulke diensten kan belangrijke besparingen opleveren. Hoewel er intussen al verscheidene samenaankoopinitiatieven zijn, worden de aankopen decentraal opgeslagen waardoor de veiligheidsvoorraden groter zijn dan nodig. Centralisatie van die opslag kan een extra besparing betekenen. Logistieke platformen zouden hun diensten kunnen aanbieden aan technologische platformen, beddenhuizen, transitiehuizen, centra voor chronische zorg en centra voor ambulante zorg. Idealiter delen ziekenhuizen in eenzelfde netwerk ook een centrale sterilisatieafdeling, labo en ziekenhuisapotheek, zodat de schaalvoordelen geoptimaliseerd worden.

Focused factories

Expertise bundelen door operatiezalen,  dagziekenhuizen voor chirurgie en beddenhuizen samen te brengen rond een bepaalde pathologie komt de kwaliteit en kostenefficiëntie ten goede. Het is de vraag of zulke focused factories het beste op locoregionaal of supraregionaal niveau worden georganiseerd. Hun optimale schaalgrootte dient nog onderzocht.

Financiering en wetgeving: tijd voor een bijsturing

De inrichting van ziekenhuizen wordt momenteel bepaald door het KB van 30 januari 19891. De erkenningsnormen die daarin worden bepaald zijn niet aangepast aan de toekomstige ontwikkelingen. Er moet gedacht worden aan een erkenning volgens zorgcomponent of zorgfunctie (beddenhuis, transitiehuis, dagziekenhuis voor chirurgie, focused factory, technologisch platform enz.) Om technologische platformen, bundeling van expertise en samenwerking op het gebied van logistiek en andere diensten überhaupt mogelijk te maken moet ervoor gezorgd worden dat verschillende ziekenhuizen en/of netwerken investeringen kunnen delen en moeten bepaalde erkenningsvoorwaarden herbekeken worden. Voor infrastructuurinvesteringen loont het wellicht de moeite om te kijken naar de mogelijkheden van privaat-publieke samenwerkingen en nieuwe subsidievormen gebaseerd op oppervlakte, type activiteiten en vereiste uitrusting, ter vervanging van de huidige VIPA-regeling. Verder moet worden nagedacht over de financiering van de ziekenhuisactiviteiten door het Budget Financiële Middelen en de honoraria van de geneesheren. Wil men een deel van de ambulante zorgen intra muros houden, dan is het belangrijk dat er publieke middelen voor worden vrijgemaakt, zodat ze de kosten niet ten laste komen van de honoraria.

Netwerken, een stand van zaken

Sinds de publicatie van dit groenboek heeft de tijd niet stilgestaan. Op 14 februari 2019 keurde de Kamer het wetsontwerp over locoregionale ziekenhuizen2 goed. Vanaf 1 januari 2020 zullen Belgische ziekenhuizen georganiseerd zijn in maximaal 25 netwerken: 13 in Vlaanderen, 8 in Wallonië en 4 in Brussel.

Meer lezen?
Download het integrale groenboek “Hospital of the future – the future of hospitals”.

1 Koninklijk Besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van de bijzondere normen
2 Wetsontwerp tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, wat de klinische netwerking tussen ziekenhuizen betreft (Doc 54 3275/013)

Neem contact op!

Brecht Cardoen

Brecht Cardoen

Professor & Director DBA Programme