Professor of Corporate Finance
Doctoral Researcher, Accounting & Finance
Researcher, Accounting & Finance
In 2024 bleef de Belgische fusie- en overnamemarkt door de band genomen stabiel, maar wel nog steeds historisch laag. De grote transacties kenden wel een negatieve evolutie. Ook financiële kopers hadden het moeilijker om deals te sluiten, waarbij private equity bedrijven problemen ondervonden aan de exit-kant. De waardering bleef ook stabiel, behalve voor de grote deals waar de prijzen licht stegen. Verder zijn er duidelijke regionale prijsverschillen, waarbij de waardering voor Waalse bedrijven lager ligt dan in Vlaanderen. Ook de kloof tussen het initiële bod en de verwachting van de verkoper blijkt aanzienlijk. Tot slot werd er in het middelgrote segment opvallend vaker gebruikt gemaakt van garantie- en schadeverzekeringen.
Dat zijn de belangrijkste conclusies van de 12de editie van de M&A Monitor, een jaarlijkse bevraging bij 156 Belgische fusie- en overnamespecialisten, waaronder corporate finance adviseurs, private equity investeerders, strategische adviseurs, bankiers, en advocaten. Ze vertegenwoordigen alle sectoren en transactiegroottes. Het onderzoek peilt enerzijds naar hun ervaringen voor de deals waar ze in 2024 bij betrokken waren, en anderzijds naar hun verwachtingen voor 2025.
Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Mathieu Luypaert en onderzoekers Sarah Muller en Tom Floru van het Centre for Mergers, Acquisitions & Buyouts aan Vlerick Business School in samenwerking met Bank Van Breda, Moore, Van Olmen & Wynant, en Wallonie Entreprendre. De enquête werd afgenomen in februari.
Nadat de Belgische fusie- en overnamemarkt twee jaar op rij een dalende trend qua aantal transacties kende, hield de markt in 2024 goed stand. Enkel de grote transacties gingen er op achteruit. Historisch gezien bevindt de markt zich nog steeds op een bodemniveau.
Kristoph Wauters, M&A Advisory Expert bij Bank Van Breda: “Grote transacties zijn duidelijk marktgevoeliger en meer afhankelijk van de financiële markten en internationale spanningen. Kleinere deals daarentegen worden veel meer gedreven door demografische factoren. Het gebrek aan opvolging blijft een aanhoudende trend waardoor eigenaars de pensioenleeftijd niet afwachten, maar het verkoopproces al vroeger opstarten. Tot slot zagen wij begin 2025 bij onze klanten een grotere bereidheid tot investeren, wat het verwachte keerpunt uit de studie bevestigt. Van een echte opwaartse golf is echter nog geen sprake. Ondernemersvertrouwen blijkt immers de belangrijkste bepalende factor voor transacties en de huidige geopolitieke spanningen en handelsoorlogen zorgen net voor meer onzekerheid.”
Financiële kopers zoals investeringsfondsen en PE-bedrijven hadden het in 2024 duidelijk moeilijker om deals te sluiten dan strategische kopers.
Matthieu Luypaert, professor Corporate Finance aan Vlerick Business School: “In 2024 hadden PE-bedrijven het duidelijk moeilijker om hun portfoliobedrijven verkocht te krijgen tegen de vooropgestelde prijs. De typische levensduur van dergelijke fondsen is 10 jaar. Door de aanhoudende dalende trend op de M&A-markt, laat de verkoop langer op zich wachten, een stijgt de druk om te verkopen. We zien dat ze daardoor vaker aan andere bestaande fondsen gaan verkopen of dat ze de exit uitstellen naar betere marktomstandigheden via een zogenaamd ‘continuation fund’. De beheerder richt daarbij een nieuw fonds op om de activa van het bestaande fonds over te nemen.”
In 2024 werd bij de overname van een bedrijf over alle groottesegmenten heen gemiddeld 6,5 keer de EBITDA-waarde (d.i. de operationele kasstroom) betaald; dat blijft nagenoeg gelijk t.o.v. 2023 (6,4). Voor kleine deals (<€5 miljoen) bedroeg de multiple 5; voor grote deals (>€100 miljoen) was dat 10,5.
Philippe Craninx, Managing Partner bij Moore Corporate Finance: “Uit het onderzoek blijkt dat een multiple van de EBITDA-waarde veruit de meest gebruikte waarderingsmethode is. Dat was zo voor 72% van de deals in 2024. Toch moeten we opletten voor een overdreven vertrouwen in deze eerder simplistische manier om de waarde te bepalen. Mensen onderschatten vaak de complexiteit van mechanismen voor waardecreatie enerzijds, en het managen van de opvolging of integratie anderzijds. Opvallend is ook de grote waarderingskloof tussen het initiële bod en de verwachting van de verkoper, iets wat dit jaar voor het eerst bevraagd werd. Mogelijks is de verkoper te optimistisch of zelfs onrealistisch. Anderzijds start de koper het biedproces soms bewust te laag vanuit opportunisme.”
Voor het eerst werd onderzocht of locatie een impact heeft op de prijs. De multiples in Wallonië blijken opvallend lager te liggen, behalve voor de grote transacties.
Luc Wynant, Partner bij Van Olmen & Wynant: “Bij grote deals zijn garantie- en schadeverzekeringen al langer een vast onderdeel van de onderhandelingen. De laatste jaren zien we echter dat deze verzekeringen ook in het kleinere dealsegment enorm aan populariteit winnen. Buitenlandse brokers zijn steeds actiever op de kleine en middelgrote Belgische markt en bieden niet alleen de standaard dekking, maar ook polissen op maat van gekende risico's, zoals belastingverplichtingen, milieufactoren en vastgoedkwesties.”