Sterke regionale prijsverschillen op Belgische fusie- en overnamemarkt – herstel blijft voorlopig uit

Resultaten van de M&A Monitor 2025

Mathieu Luypaert

Door Mathieu Luypaert

Professor of Corporate Finance

Sarah Muller

Door Sarah Muller

Doctoral Researcher, Accounting & Finance

Tom Floru

Door Tom Floru

Researcher, Accounting & Finance

15 mei 2025

In 2024 bleef de Belgische fusie- en overnamemarkt door de band genomen stabiel, maar wel nog steeds historisch laag. De grote transacties kenden wel een negatieve evolutie. Ook financiële kopers hadden het moeilijker om deals te sluiten, waarbij private equity bedrijven problemen ondervonden aan de exit-kant. De waardering bleef ook stabiel, behalve voor de grote deals waar de prijzen licht stegen. Verder zijn er duidelijke regionale prijsverschillen, waarbij de waardering voor Waalse bedrijven lager ligt dan in Vlaanderen. Ook de kloof tussen het initiële bod en de verwachting van de verkoper blijkt aanzienlijk. Tot slot werd er in het middelgrote segment opvallend vaker gebruikt gemaakt van garantie- en schadeverzekeringen.

web-insights-m-a-monitor-2025

Dat zijn de belangrijkste conclusies van de 12de editie van de M&A Monitor, een jaarlijkse bevraging bij 156 Belgische fusie- en overnamespecialisten, waaronder corporate finance adviseurs, private equity investeerders, strategische adviseurs, bankiers, en advocaten. Ze vertegenwoordigen alle sectoren en transactiegroottes. Het onderzoek peilt enerzijds naar hun ervaringen voor de deals waar ze in 2024 bij betrokken waren, en anderzijds naar hun verwachtingen voor 2025.

Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Mathieu Luypaert en onderzoekers Sarah Muller en Tom Floru van het Centre for Mergers, Acquisitions & Buyouts aan Vlerick Business School in samenwerking met Bank Van Breda, Moore, Van Olmen & Wynant, en Wallonie Entreprendre. De enquête werd afgenomen in februari.

Belgische markt blijft stabiel maar historisch laag

Nadat de Belgische fusie- en overnamemarkt twee jaar op rij een dalende trend qua aantal transacties kende, hield de markt in 2024 goed stand. Enkel de grote transacties gingen er op achteruit. Historisch gezien bevindt de markt zich nog steeds op een bodemniveau.

  • Iets meer dan 1 op 4 respondenten (27%) gaf aan dat het aantal transacties in 2024 stabiel bleef. 37% zag een daling en ongeveer evenveel respondenten (36%) merkte een lichte stijging.
  • Iets meer dan de helft van de respondenten stelde in 2024 beduidend minder grotere transacties (>€20 miljoen) vast. Kleinere transacties bleven daarentegen volgens 3 op 4 respondenten stabiel tot zelfs licht stijgend.
  • 63% verwacht voor 2025 een voorzichtige toename, en dan vooral voor het grotere dealsegment (>€50 miljoen).

Kristoph Wauters, M&A Advisory Expert bij Bank Van Breda: “Grote transacties zijn duidelijk marktgevoeliger en meer afhankelijk van de financiële markten en internationale spanningen. Kleinere deals daarentegen worden veel meer gedreven door demografische factoren. Het gebrek aan opvolging blijft een aanhoudende trend waardoor eigenaars de pensioenleeftijd niet afwachten, maar het verkoopproces al vroeger opstarten. Tot slot zagen wij begin 2025 bij onze klanten een grotere bereidheid tot investeren, wat het verwachte keerpunt uit de studie bevestigt. Van een echte opwaartse golf is echter nog geen sprake. Ondernemersvertrouwen blijkt immers de belangrijkste bepalende factor voor transacties en de huidige geopolitieke spanningen en handelsoorlogen zorgen net voor meer onzekerheid.

Exitproblemen voor private equity

Financiële kopers zoals investeringsfondsen en PE-bedrijven hadden het in 2024 duidelijk moeilijker om deals te sluiten dan strategische kopers.

  • 39% observeerde een negatieve evolutie qua financiële transacties (t.o.v. 25% voor strategische deals). Bovendien bedroeg die daling volgens 24% van de respondenten zelfs meer dan 10%.
  • Bijna de helft (45%) stelde ook een daling vast op de private equity exitmarkt.

Matthieu Luypaert, professor Corporate Finance aan Vlerick Business School: “In 2024 hadden PE-bedrijven het duidelijk moeilijker om hun portfoliobedrijven verkocht te krijgen tegen de vooropgestelde prijs. De typische levensduur van dergelijke fondsen is 10 jaar. Door de aanhoudende dalende trend op de M&A-markt, laat de verkoop langer op zich wachten, een stijgt de druk om te verkopen. We zien dat ze daardoor vaker aan andere bestaande fondsen gaan verkopen of dat ze de exit uitstellen naar betere marktomstandigheden via een zogenaamd ‘continuation fund’. De beheerder richt daarbij een nieuw fonds op om de activa van het bestaande fonds over te nemen.”

Stabiele waardering maar kloof in prijsverwachting

In 2024 werd bij de overname van een bedrijf over alle groottesegmenten heen gemiddeld 6,5 keer de EBITDA-waarde (d.i. de operationele kasstroom) betaald; dat blijft nagenoeg gelijk t.o.v. 2023 (6,4). Voor kleine deals (<€5 miljoen) bedroeg de multiple 5; voor grote deals (>€100 miljoen) was dat 10,5.

  • Historisch gezien blijft het kleine segment vrij stabiel. Bij deals boven de €20 miljoen was er 3 jaar op rij een daling, maar zagen we nu een stijging van 7,8 (2023) naar 8,4 (2024).
  • Qua sector vinden we de hoogste multiples nog steeds terug in technologie (9,1) en farma (8,5); onderaan staan retail (5,6), logistiek (5,5) en bouw (4,8).
  • 59% van de respondenten gaf aan dat het initiële bod van de koper gemiddeld meer dan 10% onder de verwachting van de verkoper lag; en 28% zag zelfs een kloof van meer dan 20%.

Philippe Craninx, Managing Partner bij Moore Corporate Finance: “Uit het onderzoek blijkt dat een multiple van de EBITDA-waarde veruit de meest gebruikte waarderingsmethode is. Dat was zo voor 72% van de deals in 2024. Toch moeten we opletten voor een overdreven vertrouwen in deze eerder simplistische manier om de waarde te bepalen. Mensen onderschatten vaak de complexiteit van mechanismen voor waardecreatie enerzijds, en het managen van de opvolging of integratie anderzijds. Opvallend is ook de grote waarderingskloof tussen het initiële bod en de verwachting van de verkoper, iets wat dit jaar voor het eerst bevraagd werd. Mogelijks is de verkoper te optimistisch of zelfs onrealistisch. Anderzijds start de koper het biedproces soms bewust te laag vanuit opportunisme.

Grote regionale verschillen in waardering

Voor het eerst werd onderzocht of locatie een impact heeft op de prijs. De multiples in Wallonië blijken opvallend lager te liggen, behalve voor de grote transacties.

  • Waalse targets werden gemiddeld verkocht aan een multiple van 6,0 vergeleken met 6,5 in Brussel en 6,9 in Vlaanderen.
  • Voor transacties boven €20 miljoen speelt regio geen rol; de verschillen situeren zich vooral in het kleinere segment, waarbij Vlaanderen de hoogste multiples kent. Voor deals onder €5 miljoen bedragen de multiples 5,1 in Vlaanderen, 4,3 in Brussel en 4,4 in Wallonië. Voor deals tussen €5 en €20 miljoen is dat respectievelijk 6,5, 6,2 en 5,5.

Financiering en dealstructuur: verzekeringen in de lift

  • Bankfinanciering blijft belangrijk: in 2024 konden kopers gemiddeld 2,9 keer de EBITDA ontlenen (vs. 3,2 in 2023).
  • In 43% van de deals werd gebruik gemaakt van een vendor loan (d.i. een lening van de verkoper waarbij de koper een deel van de prijs in schijven betaalt). Dat percentage is daarmee terug op recordhoogte.
  • In het middelgrote segment (€20 tot €50 miljoen) werd opvallend vaker gebruik gemaakt van een garantie- en schadeverzekering: van 9% van de deals in 2023 naar 25% in 2024.

Luc Wynant, Partner bij Van Olmen & Wynant: “Bij grote deals zijn garantie- en schadeverzekeringen al langer een vast onderdeel van de onderhandelingen. De laatste jaren zien we echter dat deze verzekeringen ook in het kleinere dealsegment enorm aan populariteit winnen. Buitenlandse brokers zijn steeds actiever op de kleine en middelgrote Belgische markt en bieden niet alleen de standaard dekking, maar ook polissen op maat van gekende risico's, zoals belastingverplichtingen, milieufactoren en vastgoedkwesties.”

Neem contact op!

Mathieu Luypaert

Mathieu Luypaert

Professor Corporate Finance