Meerderheid van CEO’s van Belgische beursgenoteerde bedrijven ziet totale remuneratie stijgen
Resultaten van de jaarlijkse Vlerick-studie naar CEO-remuneratie
Door Xavier Baeten
Professor of Reward & Sustainability
Door Marthe Van Hove
Researcher, Governance
In 2024 is de totale mediaanremuneratie van de CEO’s van grote, middelgrote en kleine beursgenoteerde bedrijven in België gestegen. In tegenstelling tot een dalende Europese trend is het aantal bedrijven dat duurzaamheidscriteria (ESG) opneemt om de korte termijn variabele remuneratie van CEO’s te bepalen in België gestegen. Over de afgelopen 5 jaar is er een meer gebalanceerde benadering gekomen voor zowel de korte als lange termijn variabele remuneratie: bedrijven zijn nu meer geneigd om ook niet-financiële prestatie-indicatoren op te nemen. Toch bevindt België zich in de staart van het Europese peloton als het aankomt op het opnemen van milieugerelateerde prestatie-indicatoren.
Dat zijn enkele bevindingen uit het jaarlijkse onderzoek naar de remuneratie van CEO’s van beursgenoteerde ondernemingen door het Executive Remuneration Research Centre aan Vlerick Business School. Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Xavier Baeten en senior researcher Marthe Van Hove op basis van de remuneratierapporten van Belgische beursgenoteerde bedrijven van 2024. Een grote vernieuwing is dat de Vlerick-database nu volledig wordt gevoed door PAYBRAIN®, een Large Language Model, dat samen met Deloitte ontwikkeld werd. Senior researcher Marthe Van Hove: “Door gebruik te maken van artificiële intelligentie werd de dataverzameling zowel efficiënter als betrouwbaarder gemaakt. Bovendien biedt dit opportuniteiten om bijkomende relevante data te verzamelen.”
CEO-salarissen in België: opwaartse evolutie
Het onderzoek geeft jaarlijks een overzicht van de belangrijkste remuneratiegegevens en hun evolutie. Zo bedroeg de mediaan van de totale remuneratie (inclusief vast salaris, korte termijnbonus, en lange termijnremuneratie) voor de Bel 20 bedrijven € 3.092.587, voor de Bel Mid € 1.293.480 en voor de Bel Small € 941.191. Voor 2023 bedroegen die cijfers respectievelijk € 2.810.634, € 1.061.653, en 545.705.
Vooral het verschil in de Bel Small, een stijging met 72%, valt op. Dat wordt grotendeels veroorzaakt door de wijziging in samenstelling van de beursindex. De Vlerick database heeft voor 2023 remuneratiegegevens van 22 bedrijven, met een mediaan beurswaarde van € 121 miljoen, terwijl het in 2024 ging om 17 bedrijven met een mediaan beurswaarde van € 200 miljoen.
Marthe Van Hove: “Het feit dat de index nu is samengesteld uit relatief grotere bedrijven dan in 2023, vormt de belangrijkste verklaring. Het Vlerick-team heeft bovendien de analyse gemaakt voor de bedrijven die zowel in 2023 als 2024 deel uitmaakten van de Bel Small. Het gaat om 11 bedrijven. De mediaan stijging bedraagt slechts 9%. 8 bedrijven gaven hun CEO een stijging, en in 3 bedrijven ging de CEO naar huis met een lagere remuneratie”.
Als we dezelfde oefening maken voor alle Belgische beursgenoteerde bedrijven, komen de onderzoekers uit op een ‘matched sample’ (dus bedrijven voor wie er zowel voor 2023 als 2024 data beschikbaar zijn) van 41 bedrijven. In 49% van de bedrijven werd een stijging van meer dan 10% toegekend, in 12% was er een stijging tussen 5 en 10%, 17% van de bedrijven bevond zich in de range tussen een stijging van 5% en een daling van 5% (dus relatief stabiel), en 22% kende een daling toe van meer dan 5%. De mediaan van de stijgingspercentages bedroeg 9%.
Internationale vergelijking
PAYBRAIN® beschikt daarnaast ook over de remuneratiegegevens van de Stoxx 600 index (dat zijn de 600 grootste Europese beursgenoteerde bedrijven, waaronder ook 17 Belgische bedrijven). Voor de Belgische bedrijven die deel uitmaken van die index bedraagt de mediaan € 3.092.587, voor Nederland € 4.663.320, Duitsland € 4.780.021, Frankrijk 4.392.510, en het Verenigd Koninkrijk 4.925.029. Ter vergelijking: in 2023 bedroegen die cijfers voor België € 3.066.938, Nederland € 3.702.265, Duitsland € 4.362.393, Frankrijk € 4.380.745, en tenslotte het Verenigd Koninkrijk € 4.560.409. Daar waar de stijging in Duitsland gedreven is door een hogere korte termijn variabele remuneratie, is dat in het Verenigd Koninkrijk door de langetermijn variabele remuneratie.
Evolutie in prestatie-indicatoren voor variabele remuneratie
Bedrijven kunnen zowel financiële (bv. winstgevendheid, aandelenkoers) als niet-financiële (bv. klantentevredenheid, kwaliteit, milieu) criteria hanteren om de variabele beloning te bepalen. Over de afgelopen vijf jaar valt op dat niet-financiële prestatiecriteria in Belgische bedrijven aan belang winnen: daar waar in 2020 door de band genomen slechts 1 niet-financieel criterium werd opgenomen voor de bepaling van de korte termijn variabele remuneratie, waren dat er in 2024 2, dus een verdubbeling. Voor de zgn. ‘long-term incentives’, meestal uitgekeerd onder de vorm van aandelen, evolueerde het over diezelfde tijdspanne van 0 naar 1 niet-financieel criterium.
Duurzaamheidsindicatoren, ook wel ESG-criteria genaamd, zijn een belangrijk voorbeeld van deze niet-financiële prestatie-indicatoren. Voor wat de kortetermijn variabele beloning betreft is er een zeer lichte stijging in het voorkomen van emissie-indicatoren (van 8% naar 10%), maar vooral een toename in het aantal bedrijven dat gebruik maakt van werknemersgerelateerde indicatoren (bv. veiligheid, werknemerstevredenheid), van 22% naar 31%. Algemeen neemt nu 72% van de Belgische beursgenoteerde bedrijven een of meerdere duurzaamheidsindicatoren op voor de bepaling van de korte termijn variabele remuneratie, tegenover 49% in 2020. Maar België blijft achterophinken ten opzichte van Europa, waar 28% van de bedrijven emissie-indicatoren opneemt, en 48% indicatoren m.b.t. de eigen werknemers. Een belangrijke kanttekening is wel dat het aantal Europese bedrijven dat duurzaamheidsindicatoren opneemt, terugvalt. Zo daalde het percentage Europese bedrijven dat diversiteit in de toporganen van de onderneming als doelstelling opneemt, van 18% naar 7%.
Xavier Baeten, Professor Reward & Sustainability aan Vlerick Business School: “Elk jaar opnieuw bekijken we de evoluties in de mediaan van de totale remuneratie en de onderliggende componenten. Hoewel dit nuttige gegevens zijn, moeten we opletten met de interpretatie ervan. Daarom zijn we ook gaan bekijken welke factoren precies de evolutie van de CEO-remuneratie bepalen binnen een bedrijf. We zien dat de grootte en de winstgevendheid een opwaartse impact hebben op de totale remuneratie, maar we zien daarnaast ook dat bij een sterkere concentratie van het aandeelhouderschap, de remuneratie zakt, net als bij het aantreden van een CEO die intern is doorgegroeid.
Daarnaast waren er ook interessante bevindingen voor wat de onderliggende remuneratiecriteria betreft. We merken een evolutie naar een meer en beter evenwicht tussen financiële en niet-financiële criteria, wat ook aansluit bij de toegenomen complexiteit in de bedrijfscontext. We stellen jammer genoeg vast dat in Europa in 2024 minder Europese bedrijven duurzaamheidscriteria opnemen, en dan vooral op het vlak van emissies en diversiteit.”
Solvay en WDP als interessante voorbeelden in verband met ESG criteriaDe analyse van de jaarverslagen leverde twee interessante voorbeelden op van Belgische bedrijven m.b.t. het opnemen van duurzaamheidscriteria in de kort- en lange termijn variabele remuneratie.
|
